Er zijn uitzonderingen waarop jouw paard misschien wel een deken nodig heeft: Jouw paard is oud of ziek en heeft er moeite mee om in de winter op gewicht te blijven. Jij voert hem al onbeperkt ruwvoer en maximale dosis slobber om hem op krachten te houden. Jij hebt jouw paard halverwege de winter gekocht en het heeft tot nu toe een deken op gehad. Daardoor heeft het geen wintervacht kunnen opbouwen. Volgend winter seizoen kan het wel zonder deken. Of jij hebt jouw paard helemaal geschoren omdat jij dat mooier vind staan als je deelneemt aan een wedstrijd.
Je paard scheren is niet nodig. Behalve als we een deel van de borst en de hals scheren van onze teddyberen die zo’n dikke vacht hebben dat ze anders oververhit raken in stilstand. Denk daarbij aan rassen zoals de Fjord of de IJslander. Deze paarden hebben het echt te warm in hun dikke vacht in de nazomer weken of op zonnige herfstdagen.
Voor alle warmbloeden geldt dat jij beter het werk kunt aanpassen aan je paard dan je paard ontdoen van zijn vacht. Stel de intensieve trainingen dus uit totdat de temperaturen zakken, zodat jouw paard niet oververhit raakt.
Scheren gebeurt ook vaak bij paarden die hele dagen binnen op stal staan. Dat is niet meer van deze tijd. Als we honden of apen de hele dag opsluiten in een kooi of bench, zien we dat als dierenmishandeling. Een paard de hele dag opsluiten in een stal is net zoveel dierenmishandeling.
Ik zie paarden het liefste 24/7 buiten in kudde verband leven, met de mogelijkheid om te kunnen schuilen tegen zon en wind. Minimaal zou jij jouw paard 6 uur per dag buiten moeten laten in kudde verband.
Het nadeel van het gebruik van een deken voor jouw paard:
De aller slechtste deken die jij je paard kan opleggen is een regendeken. Je doet de werking van de vacht teniet en biedt geen enkele isolatiewaarde. Waarschijnlijk staat je paard na die regenbui ook nog te koukleumen met een natte jas aan.
Paarden hebben een prachtige vacht die ze beschermt tegen de weersinvloeden. De vacht isoleert en werkt het vocht naar buiten, zodat de huid warm en droog kan blijven. Om goed doorbloed te blijven, moet jouw paard kunnen eten en bewegen. Ook moet het kunnen schuilen tegen de felle zon of harde wind. Dus om je paard gezond buiten te kunnen houden het jaar rond, zorg jij voor een schuilstal of andere beschutting tegen de wind. Over het algemeen komt de wind in Nederland uit het Westen. Als de wind in de winter uit het Oosten komt is deze ijzig koud, dus zorg ook voor beschutting tegen de Oostenwind.
Als het sneeuwt blijft de sneeuw als een mooi laagje op de vacht van je paard liggen. Dit is prachtig, want het laat jou zien dat de vacht dusdanig isoleert dat de sneeuw niet wegsmelt. Bij regen zie je dat de vacht waterafstotend is en dat de regen in een soort afvoer kanaaltjes van het lijf van je paard afdruipen. De onderkant van de hals, het hoofd en de buik blijven droog.
Je paard heeft in de winter meer behoefte aan eiwitrijk ruwvoer. Voer dus meer hooi en eventueel luzerne bij. Paarden maken constant maagzuur aan, daardoor kunnen ze niet langer dan drie uur achter elkaar zonder ruwvoer. De maag heeft namelijk alleen aan de onderkant een beschermlaag. Als het maagzuur overstroomt zorgt dat voor maagzweren. Voer je paard dus minimaal iedere drie uur ruwvoer of zorg dat ze een constante voorraad hebben als het heel koud is.
Wilgentwijgen, boombast en stro kunnen voor een deel voorzien in deze ruwvoer behoefte. Als ze maar iets te knabbelen hebben. Je hoeft dus niet ’s nachts je bed uit om je paard te voeren.
In de winter drinken paarden ook veel, dus als het vriest is het belangrijk om de waterbak toegankelijk te houden. Hebben jouw paarden de bevroren waterbak helemaal dicht zitten, behalve een klein gat waar ze met de neus doorheen kunnen? Super, niets aan doen. De laag ijs isoleert zodat de rest van de waterbak niet bevriest. De paarden houden zelf dat gaatje wel open met hun warme neuzen.
Wist je dat warm water sneller bevriest dan koud water? Vul de waterton dus bij met koud water. Dit wordt het Mpemba-effect genoemd. Het grote temperatuur verschil tussen het warme water en de vrieskou zorgt voor een versnelling in de temperatuur daling. Hoe kleiner het temperatuurverschil tussen het water uit de leiding en de buiten temperatuur hoe langzamer het bevriest.
Wil jij zeker weten dat jouw paard het niet te koud heeft? Voel met je blote hand in de oksel, de liezen en in de holte onder zijn hoofd, bij zijn keel en de aanhechting van de oren. Zijn deze plekken warm, dan is er niets aan de hand. Overigens morgen de puntjes van de oren wel koud zijn, zolang de aanhechting aan het hoofd maar warm is.
Wil jij deze winter lekker met je paard aan het werk? Download dan mijn eBoek “Ontspannen met je paard op pad”.
Iedere week een update over de meest interessante podcast, komende masterclass, de vooruitgang van mijn studenten en de training van mijn paarden. Als nieuwsbrief lezer ben jij als eerste op de hoogte van nieuwe trainingen.
