Als je geen idee hebt wat ik hierboven opschreef, dan kan ik beter beginnen met je uit te leggen wat een hele ophouding is. En met de uitleg waar het zwaartepunt van je paard ligt en waarom we het naar achteren willen brengen. En ook de begrippen tempo en takt zal ik uitleggen.
Dit zal een vrij technisch blog worden, daarom vul ik het aan met beeldmateriaal uit een van de maandelijkse masterclasses. Ik raad je aan om deze te kijken. De bijbehorende podcast aflevering kan je verdere verduidelijking bieden. Luister deze dus ook. Podcast aflevering #111
Met een hele ophouding bedoelen we dat jij het paard inhoudt van stap naar halt, van draf naar stap of van galop naar draf. We houden het paard dus in en veranderen van gang. Daarmee gaan we dus een gang langzamer rijden. We veranderen daarmee het takt.
De takt is het ritme waarmee de benen opgetild en neergezet worden door het paard. Oftewel de gang van het paard, stap, draf en galop. Het tempo is de snelheid binnen een bepaald takt. Een voorbeeld is de arbeidsdraf en de uitgestrekte draf. Dit is beide het takt draf, maar het tempo is verschillend. De stap is een viertakt gang, de draf een tweetakt gang. In stap worden alle vier de benen afzonderlijk opgetild en neergezet. In de draf worden de diagonale voor-en achterbenen gelijktijdig opgetild en neergezet.
Veel ruiters weten niet wat een halve ophouding is of waarvoor we dit gebruiken. Er wordt je geleerd dat je een kneepje in de teugel moet geven om je paard “rond” krijgen. Wat vervolgens leidt tot paarden die te diep in de krul lopen en niet een goede zelfhouding leren.
Een halve ophouding is bedoeld om je paard te vragen om het zwaartepunt naar achteren te vragen, zonder te veranderen van takt. Waarom willen we het zwaartepunt naar achteren? Omdat de achterbenen van je paard grote spiergroepen bevatten en zich goed kunnen buigen. Terwijl de voorbenen steil zijn en veel kwetsbaarder voor blessures.
Als ruiters zitten we op de rug van het paard en vaak vrij ver naar voren, waardoor er meer gewicht komt op de steile voorbenen. Het hoofd van het paard is zwaar en drukt ook nog eens op de voorhand. Dus als we willen dat onze paarden ons op een gezonde manier kunnen dragen moeten we de achterbenen aan het werk zetten. Daar zit de draagkracht van je paard. Het zwaartepunt moet dus zo gebalanceerd worden dat het grootste deel van het gewicht van de ruiter en het paard gedragen zal gaan worden door de sterke achterbenen.
We gebruiken diverse oefeningen om het paard sterker te maken en het zwaartepunt naar achteren te brengen. Zoals bijvoorbeeld schouder binnenwaarts en travers. Vervolgens leren we het paard om binnen een takt door middel van een halve ophouding de zelfhouding te verbeteren. Dus het zwaartepunt naar achteren te brengen.
Een jong paard of een paard dat pas een beetje doorgereden is en nog nooit echt dressuurmatig goed getraind is, begrijpt met de halve ophouding niet. De meeste paarden doen wat dan het makkelijkste is, namelijk de hals iets opkrullen. Dit lijkt mooi voor de leek om naar te kijken, maar dit is geen gezonde zelfhouding voor je paard.
Ten eerste moet je zelf begrijpen hoe de biomechanica werkt en waar we naar op zoek zijn in de dressuur. Ten tweede ga je eerst je paard een hele ophouding aanleren. Vanuit deze hele ophouding leren we het paard zijn zwaartepunt naar achteren te balanceren en dat breiden we langzaam uit naar een fijne licht hulp die we halve ophouding noemen.
Mijn studenten leer ik om aan te stappen en zodra het paard het hoofd laat zakken door de schoftlijn, laat ik ze halthouden en vervolgens achterwaarts stappen. Automatisch brengt het paard het hoofd omhoog. Dat is goed, want we willen het hoofd niet te diep hebben. Het zware paardenhoofd trekt als het ware het zwaartepunt naar voren.
Vervolgens laat ik ze aanstappen, halthouden, het gewicht naar achteren balanceren en wegstappen voordat het paard daadwerkelijk achteruit stapt. Let erop dat je altijd weg stapt vanuit het binnen achterbeen. Dus spoor je ook alleen aan met jouw binnen been.
Begrijpt je paard dit, dan kun je in de stap gaan balanceren met je hele ophouding tot een halve ophouding. Kun jij je paard vragen om het gewicht al naar achteren te laten verplaatsen terwijl het blijft stappen? Uiteraard kun je dit daarna uitbreiden naar de draf en de galop. In iedere gang of takt, zal je deze hulp opnieuw moeten bevestigen.
Overigens is achterwaarts een teugel hulp en zit hulp en nooit een beenhulp. De beenhulp is juist een voorwaartse hulp. Je maakt het jezelf verder in de dressuur heel moeilijk als je een beenhulp gebruikt bij het achterwaarts gaan. Ook zal je paard niet begrijpen of je nu verder naar achter wilt of juist naar voren. Wees daar consequent en helder in.
Wist jij dat lichtrijden is uitgevonden ten tijde van Napoleon? De grote groepen soldaten te paard die naar het front moesten waren nauwelijks opgeleid. Om de ruiter en het paard te ontlasten op die lange afstanden, werd er licht gereden. Als het buiten voorbeen naar voren gaat, wordt ook het binnen achterbeen opgetild. Door op dat moment te gaan staan ontlast de ruiter het binnen achterbeen. Het binnen achterbeen kan dan toch verder onder de massa gezet worden.
Wil je meer weten over de vier basis hulpen, binnen teugel, buiten teugel, binnen been, buiten been? Kijk dan naar mijn gratis mini cursus Neck Rope Rijden. Sowieso zal het rijden op een neck rope je helpen om je paard met nog fijnere hulpen te verzamelen. Dus meld je nu aan via onderstaande button en ga aan de slag met jouw paard.
Iedere week een update over de meest interessante podcast, komende masterclass, de vooruitgang van mijn studenten en de training van mijn paarden. Als nieuwsbrief lezer ben jij als eerste op de hoogte van nieuwe trainingen.
